Windturbines maken geluid, zijn zichtbaar en kunnen de leefomgeving van vogels en insecten verstoren. De slagschaduw kan hinder geven en de veiligheid moet worden gegarandeerd. Los van de meer subjectieve beleving is dit te meten door de waarde huizen te vergelijken (zie voor en nadelen windenergie) . Uit een onderzoek blijkt dat windmolens binnen een straal van 2 kilometer tot een daling van de woningwaarde kan leiden van 1,4 tot 2,3%. De gemiddelde daling is 2%. De effecten van turbines zijn bijna 2x zo sterk na 2011: gemiddeld 1,3% daling van de woningwaarde voor 2011 en 3% na 2011. Reden is dat turbines gemiddeld hoger zijn geworden. De daadwerkelijke daling verschilt per locatie en is onder meer afhankelijk van afstand tot de windmolen en het zicht op de turbine. Het maakt daarbij niet uit of het om één of meerdere turbines gaat.

Het is dus onjuist mensen die bezwaren hebben tegen de plaatsing van een windturbine weg te zetten als en asociale NIMBY figuur. Als iemand een mooie woning heeft met ruim uitzicht van €400000 en ze zetten er een windturbine neer binnen 1 km dan is dat een verlies van €12000. Het minste wat we als samenleving kunnen doen is dit bedrag compenseren door bijvoorbeeld een aandeel te geven in de winst die wordt gegenereerd met die turbine.

Conclusie uit bovenstaande zou kunnen zijn:

Voor de woningwaarde lijkt het niet uit te maken of er nu één of meer molens staan. Het is niet de bedoeling zonder overleg (en wellicht zonder extra tegemoetkoming) inwoners die al minder goede ervaringen hebben met al opgestelde molens zomaar met nog meer molens op te zadelen. Maar vanuit het energieperspectief Heiloo ligt het voor de hand in lijn met de al bestaande molens in de Boekelermeer nog een volgende te plaatsen. Doel hoort dan ook te zijn in goed, eerlijk en open overleg tot acceptabele inpassing en  oplossingen te komen voor omwonenden en de energievraag.

 

Kleine molens richten minder schade aan dan grote. Hele kleine molens voor de particulier zijn niet rendabel. Waar het in bovenstaand onderzoek om gaat is de middenrange. Te denken valt aan een turbine van 250 Watt. Aan de westkant van Heiloo is de wind gunstig en er zijn geen obstakels vanuit het westen. Op zich is dat een gunstige plek en kleiner is makkelijker in te passen. Daarbij zijn ze ook beter te ontwikkelen en te exploiteren voor een lokaal energie collectief zoals dat ook is gedaan met Cohesie. Maar een feit blijft dat grotere molens efficiënter zijn al is de kWh prijs lager dan bij die van molens op zee.

figuur: Windkaart van Nederland met windsnelheden op 10 m hoogte (bron: KNMI) uit Praktische toepassing mini-windturbines handleiding gemeenten  

In principe blijft er daarna alleen de mogelijkheid voor molens over langs de A9. Dat zou dan ook weer een aaneengesloten rij worden.

Binnen het scenario eigen kracht zou vooralsnog alleen optie 1, die al op de agenda staat, maar is tegen gehouden door de provincie onderwerp van gesprek met omwonenden kunnen zijn als de provincie regels plaatsing toestaan. Optie 2 zou ook nog binnen dat scenario  kunnen omdat het door burgerinitiatieven op eigen kracht is uit te voeren en landschappelijk is in te passen. Optie 3 lijkt vooralsnog en burg te ver voor scenario 3 en past beter in scenario 2. Maar dat lijkt aan de orde als doelen niet gehaald worden of dat de omstandigheden aanzienlijk wijzigen zodat scenario 3 niet meer volstaat. Uiteraard geldt dit alleen indien scenario 3 van toepassing is en in termen van participatie en open discussie horen ook andere opties bespreekbaar te zijn.